POLY VAGAAL THEORIE, OVER VLUCHTEN, BEVRIEZEN EN VERBINDEN
Over Vechten, Vluchten, Bevriezen én Verbinden Dr. Stephen Porges, een gerenommeerd professor in de psychiatrie, is de grondlegger van de polyvagaal theorie. Zijn theorie wordt met name steeds meer ingezet bij de behandeling van trauma. Begrip van deze theorie kan helpen de fight, flight en freeze reactie te begrijpen. Hierdoor wordt verklaard waarom de ene persoon zich terugtrekt en de ander in de paniek, aanval of verdediging schiet in een onveilige (sociale) situatie. Het verklaard waarom mensen in een chronische spanning kunnen blijven hangen of aanhoudende onverklaarbare klachten houden. Het heeft allemaal te maken met je zenuwstelsel maar vooral hoe goed of hoe slecht je weer naar je "veilige stand" kan terugswitchen. Het is ingewikkelde materie. Dus allereerst wat over de anatomie van het zenuwstelsel.
Het zenuwstelsel Het zenuwstelsel is een orgaansysteem in je lichaam. Een deel van je zenuwstelsel is verbonden met je gedachten en je vrije wil. Dit heet je Animale Zenuwstelsel. Hiermee kun je zintuigen en spieren aansturen. Je kunt bijvoorbeeld kiezen om je hoofd te draaien of om een bal weg te schieten. Een ander deel van je zenuwstelsel is als het ware automatisch. Dat heet het Autonome Zenuwstelsel. Dit deel van je zenuwstelsel regelt al die dingen die altijd doorgaan of waar je niet over na hoeft te denken. Je spijsvertering gebeurt zonder dat je daarvoor een bewuste keuze gemaakt hebt. Je hart klopt de hele dag door. Je ogen knipperen als er oogvocht nodig is , als het koud is krijg je kippenvel etc. Sympathisch en Parasympathisch Het autonome zenuwstelsel kent twee ‘standen’: AAN en UIT. Dat is natuurlijk een beetje kort door de bocht maar het komt erop neer dat het sympathische zenuwstelsel actie aanstuurt en het parasympatische zenuwstelsel zorgt voor immobilisatie (tot rust komen, herstellen, ontspannen, maar ook bevriezen en verstijven). In de dagelijkse praktijk gaat het erom dat je een zo'n veerkrachtig mogelijk zenuwstelsel hebt, waarbij het makkelijk kan switchen tussen de verschillende standen: veilig/ontspannen/rust (parasympatisch), mobilisatie (sympatisch) en bevriezen (ook parasympatisch). De Nervus Vagus en de Polyvagaal Theorie De belangrijkste zenuw in het parasympatische zenuwstelsel is de nervus vagus. Deze zenuw waaiert vanuit de herstenstam naar beneden naar al je organen maar ook naar o.a. je gezichtsspieren. De Nervus Vagus bestaat op haar beurt weer uit twee bundels die vanuit de evolutie gezien ook niet tegelijkertijd ontwikkeld zijn. Er is een meer primitief georganiseerde bundel (de Dorsale Vagus) en een slimmere modernere georganiseerde bundel (de Ventrale Vagus). Vandaar overigens de naam Polyvagaal (poly betekent meerdere).
Ventrale Vagus en Dorsale Vagus De dorsale vagus vertakt zich vooral naar je onderste organen (o.a. maag, darmen) en de ventrale vagus naar je gezicht en organen in je borstkas (hart, longen). De ventrale vagus ontwikkeld zich met name in interactie met anderen. En daar gaat het vaak mis. Veiligheid, veiligheid, veiligheid Het hele autonome zenuwstelsel is georganiseerd rond het thema veiligheid. De enige functie van dit zenuwstelsel is jouw veiligheid zo goed mogelijk waarborgen. In de ventrale vagus stand voel je je veilig. Gebeurt er iets dat de alarmbellen doet rinkelen, dan gaat de ventrale vagus offline en komt het sympatisch zenuwstelsel online: actie (en evt een fight/flight). Als iets té bedreigend is, dan wordt de overstap gemaakt van het sympathische zenuwstels naar de dorsale vagus. Die reageert dan met een totale shutdown. Dit is de freeze die mensen in een traumatische gebeurtenis meemaken. Je kunt hem in het klein ook voelen als je voor een groep staat en een black-out hebt voor je presentatie en helemaal blanco raakt. Zoals eerder gezegd ontwikkeld de ventrale vagus zich dus in interactie. Je kunt dit mooi zien tussen ouders en hun baby. Kinderen hebben bij de geboorte nog niet de mogelijkheid om zichzelf te reguleren. De meeste kinderen worden snel rustig als ze door hun vader of moeder worden getroost. Hier reguleert het zenuwstelsel van de vader/moeder het zenuwstelsel van het kind (dat ook in de ventrale vagus staat komt). Ook tussen volwassenen gebeurt dit. Dit wordt aangeduid met co-regulatie. Uitgangspunt van co-regulatie is dat je veiligheid kunt ervaren als je met iemand bent die veilig is. Een luisterend oor, een arm om je heen, de kijkende ogen van iemand die er even echt voor je is, allemaal signalen die voor co-regulatie kunnen zorgen. Groei je op in veilige omstandigheden met voorspelbare ouders die zelf veel veiligheid en rust ervaren in zichzelf en met elkaar? Dan zal je ventrale vagus goed ontwikkelen en zul je hier in je latere leven in lastige omstandigheden goed op kunnen terugvallen. Heb je deze ervaring als kind niet kunnen meekrijgen door wat voor oorzaak dan ook, dan zal je ventrale vagus minder goed ontwikkelen, wat als gevolg kan hebben dat je later als volwassene sneller van slag bent of bijvoorbeeld stress-achtige responsen hebt op zaken die anderen niet stressvol vinden . Het idee is dat je dan kwetsbaarder bent voor angststoornissen, chronische stress klachten, depressie. Maar ook bijvoorbeeld persoonlijkheidsstoornissen zoals een borderliner zal een slechter ontwikkelde ventrale vagus hebben. Als je gaat werken met een therpapeut/coach, dan zet deze (onbewust/bewust) zijn eigen ventraal vagaal systeem in, waar jouw ventraal vagaal systeem weer op reageert door ook steeds meer online te gaan. Co-regulatie gebeurt namelijk bij kinderen, maar net zo goed bij volwassenen. Dit verklaard bijvoorbeeld ook waarom iemand met een hechtingsprobleem, toch veilig gehecht kan raken als hij een veilig gehechte partner treft. De polyvagaal theorie geeft veel therapeuten handvatten om hun therapie op een bepaalde manier in te zetten. Ook worden er andere soorten trauma therapie ontwikkeld. Hierover kan je meer lezen op www.polyvagaalplatform.nl. In onderstaand filmpje wordt nog eens goed uitgelegd wat de polyvagaal theorie inhoudt. Met hierin ook indrukwekkende cijfers van het effect van trauma op het ontwikkelen van chronische ziekten. Het heeft dus niet alleen mentale effecten. Ook lijkt trauma epigenetisch tot 3 generaties doorgegeven te kunnen worden. Je huidige zenuwstelsel heeft dus veel te maken met je eigen jeugd, maar ook met die van je ouders en grootouders.